Op woensdagmiddag 14 mei vond de online kennissessie ‘Veilig werken met desinfectiemiddelen’ plaats, georganiseerd door Schoonmakend Nederland in samenwerking met VSR en de NVZ – Schoon | Hygiënisch | Duurzaam. Tijdens dit informatieve webinar stond het veilig, effectief en wettelijk correct gebruik van desinfectiemiddelen centraal. Presentatrice Annette Waning leidde het gesprek met een deskundig panel bestaande uit Chuchu Yu (Manager Scientific & Regulatory Affairs bij de NVZ), Rob Boers (KAM-manager bij Total Care en lid van de commissie KAM van Schoonmakend Nederland). Anneroos Blok-de Jong - eveneens lid van de commissie KAM – legde de tafelgasten enkele prikkelende vragen uit de chat voor.
Thema’s en doel van het webinar
Desinfectie is een onderwerp dat tot veel vragen leidt. Wanneer is het écht nodig, hoe gebruik je het correct en welke middelen zijn betrouwbaar? Tijdens de sessie kwamen deze vragen uitgebreid aan bod, met speciale aandacht voor de wettelijke kaders, duurzaamheid en de praktische toepassing in de schoonmaaksector.
De kennissessie behandelde onder andere:
• Het verschil tussen reinigen en desinfecteren
• Wettelijke eisen voor toegelaten desinfectiemiddelen
• Het herkennen van betrouwbare middelen
• Praktische tips voor professioneel gebruik
• De rol van duurzaamheid en chemofobie
Reiniging versus desinfectie
Een veelvoorkomend misverstand is het verwarren van reinigen met desinfecteren. Reinigen verwijdert zichtbaar vuil en daarmee ook een deel van de micro-organismen. Desinfecteren daarentegen richt zich op het afdoden van micro-organismen om besmettingsrisico’s te minimaliseren. Beide stappen zijn belangrijk, maar desinfectie vereist altijd een schoon oppervlak.
Chuchu Yu benadrukte dat een vies oppervlak niet gedesinfecteerd kan worden. Of zoals een oud-collega het treffend zei: ‘Poep kun je niet desinfecteren.’
Wettelijke eisen en databanken
Desinfectiemiddelen zijn biociden en vallen onder strikte Europese wetgeving (de Biocidenverordening). Alleen producten met een officiële toelating mogen worden gebruikt. In Nederland is het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (CTGB) verantwoordelijk voor deze toelatingen. Yu demonstreerde hoe schoonmaakprofessionals in de praktijk kunnen controleren of een product een geldig toelatingsnummer heeft via de databanken van het CTGB en het ECHA (Europees Agentschap voor Chemische Stoffen).
Let op: termen als ‘natuurlijk’, ‘biologisch’ of ‘niet-giftig’ op etiketten van desinfectiemiddelen zijn verboden claims binnen deze wetgeving.
Duurzaamheid en chemofobie
Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol in de keuze van middelen. Zo gaf Rob Boers aan dat schoonmaakbedrijven vooral kijken naar de functionaliteit en veiligheid van producten, maar dat steeds vaker ook levenscyclusanalyses (LCA’s) worden uitgevoerd om de milieubelasting te beoordelen. Tegelijkertijd werd gewaarschuwd voor chemofobie: een (onterechte) angst voor chemische middelen. Chuchu benadrukte dat wettelijk toegelaten producten bewezen veilig zijn bij juist gebruik.
Ethanol en arbowetgeving
In het laatste blok werd stilgestaan bij ethanol, een veelgebruikte stof in handdesinfectiemiddelen. Hoewel ethanol onder de arbowetgeving als kankerverwekkend wordt geclassificeerd, bleek uit RIVM-onderzoek dat het gebruik in handgels geen significante gezondheidsrisico’s oplevert bij correct gebruik. Wel geldt voor werkgevers de plicht om risico’s in kaart te brengen via een RI&E en een stoffenregister bij te houden.
Vragen in de chat
Anneroos Blok-de Jong lichtte enkele vragen uit de chat toe die leven onder schoonmaakprofessionals, zoals:
Vraag: ‘Is dikke bleek geschikt als desinfectiemiddel?’
Antwoord panel: ‘Alleen als het een toelating heeft voor die specifieke toepassing én het op het etiket vermeld staat.’
Vraag: ‘Wat is het verschil tussen sprayen en vernevelen?’
Antwoord panel: ‘Bij verneveling zijn de druppels veel fijner en daarmee risicovoller om in te ademen. Dit vereist strengere veiligheidsmaatregelen.’
Vraag: ‘Kan een gecombineerd reiniging- en desinfectiemiddel worden gebruikt?’
Antwoord panel: ‘Ja, mits toegelaten en op het etiket vermeld. En volg altijd het wettelijke gebruiksvoorschrift.’
Desinfecteer met verstand, niet op de automatische piloot
De kennissessie sloot af met een oproep aan schoonmaakprofessionals om altijd kritisch te kijken naar etiketten en toelatingsnummers, leveranciers vragen te stellen, en geen aannames te doen over veiligheid of werkzaamheid. Ook werd benadrukt dat desinfecteren alleen zinvol is waar het echt nodig is. Rob Boers waarschuwde voor het idee dat ‘meer desinfecteren’ per definitie beter is. Veel micro-organismen zijn namelijk onschadelijk of zelfs essentieel voor onze gezondheid en leefomgeving. Ons lichaam en onze omgeving zitten er vol mee. Massaal desinfecteren kan dus averechts werken en is vaak onnodig. Desinfecteren heeft alleen zin wanneer er daadwerkelijk een verhoogd risico op besmetting is. In veel gevallen volstaat goed schoonmaken al om een veilige en hygiënische situatie te creëren. Chuchu Yu benadrukte het belang van doelgerichte hygiëne: bekijk in welke situaties desinfecteren nodig is en let hierbij vooral op kritieke contactpunten zoals lichtknoppen en deurkrukken. Kortom: desinfecteer gericht en met verstand, niet op de automatische piloot.
Deze kennissessie is georganiseerd door Schoonmakend Nederland, NVZ – Schoon | Hygiënisch | Duurzaam en de Vereniging Schoonmaak Research (VSR).