VSR VSR
Lang French Lang English

Een webinarverslag van 6 november 2025

Met een kort, geestig puntdicht over een vergeten komma trapte taalwetenschapper, schrijver en cabaretier Frank van Pamelen het webinar ‘Schoonmaak in gesprek: de kracht van taal op de werkvloer’ af. Daarmee was de toon meteen gezet: luchtig en toegankelijk, maar met een serieuze onderlaag. Want taal in de schoonmaak gaat over veel meer dan alleen een werkinstructie begrijpen. Het gaat over veiligheid, verbinding, groei en zelfvertrouwen.

Taal vanuit beleid, praktijk en opleiding
Onder leiding van Frank van Pamelen gingen schoonmaakprofessionals vanuit verschillende perspectieven met elkaar in gesprek:

  • Geert Meijerink, beleidsadviseur bij de RAS, schetste het bredere plaatje van beleid, subsidies en sectorale afspraken.
  • Simone van Heck, eigenaar van Zuiver Opleidingen en commissielid VSR, nam de deelnemers mee in de dagelijkse praktijk van taaltrainingen.
  • Daniëlle Bal, HR-manager bij schoonmaakbedrijf 1nergiek deelde ervaringen vanuit de werkvloer.
  • Rita Brouwer, Vebego Zorgservice en bestuurslid VSR, fungeerde als sidekick; via haar kwamen vragen, twijfels en complimenten van kijkers rechtstreeks de studio binnen.

Tussen de gesprekken door zagen we videofragmenten van Girlie Pascua, die al twintig jaar in de schoonmaak werkt bij Asito en inmiddels voorwerker is. Haar verhaal maakte heel concreet wat taal met een mens doet.

Taal als motor voor zelfvertrouwen
Girlie vertelde openhartig dat zij lang onzeker was over haar Nederlands, ondanks een eerdere inburgeringscursus. Ze had ideeën genoeg, maar durfde die niet te delen in werkoverleggen. Sinds ze opnieuw met een taalcursus is begonnen, heeft ze meer zelfvertrouwen gekregen en minder moeite met dingen uitleggen. Eén uitspraak viel daarbij extra op:

“Ik hoef niet bang te zijn om een foutje te maken.”

Zo ziet Daniëlle het ook: zij komt dagelijks verborgen talenten tegen. Medewerkers die veel meer kunnen dan hun taalniveau op het eerste gezicht laat zien. Zodra ze taalondersteuning krijgen, durven ze stappen te zetten richting meer verantwoordelijkheid, doorgroei en een steviger positie in het team.

Frank van Pamelen haakte daarbij aan met een taalkundige observatie: “Taal is niet alleen een middel om iets over te brengen, het is ook een manier om jezelf te laten zien.” Daarmee vatte hij treffend samen wat veel schoonmakers ervaren zodra ze zich beter verstaanbaar kunnen maken: meer eigenwaarde én meer werkplezier.

Drempels: schaamte, tijd en onbekendheid
Tijdens het gesprek deed ook het publiek actief mee via korte polls in de chat. Daaruit bleek onder andere dat schaamte en onzekerheid voor veel medewerkers de grootste drempel zijn om met een taalcursus te beginnen, gevolgd door onbekendheid met de mogelijkheden. Simone herkent dat: veel mensen zijn bang om fouten te maken. Daarom hamert zij op een veilige leeromgeving: kleine groepen van vergelijkbaar niveau, een aparte lesruimte (niet in de drukke kantine) en docenten die vanaf dag één duidelijk maken dat fouten gewoon leermomenten zijn.

Tijd blijft ook een flinke hobbel. Veel schoonmakers hebben meerdere banen en een druk gezinsleven. Daniëlle noemde het “een puzzel” om groepen te vormen tussen ochtend- en middagdiensten door. Toch ziet zij een duidelijke taak voor werkgevers: actief aanbieden, mee-organiseren en laten zien wat het oplevert.

Rita Brouwer vulde vanuit de chat aan dat ook leidinggevenden een belangrijke rol spelen in de motivatie van medewerkers. Uit de reacties van kijkers bleek dat schoonmakers eerder meedoen aan taallessen wanneer hun leidinggevende taalontwikkeling actief ondersteunt en het onderwerp bespreekbaar maakt.

Waar taal en werk elkaar raken
Simone legde uit hoe Zuiver Opleidingen werkt met beproefde leermethodes op verschillende niveaus (zoals van A0 naar A1 en A2), aangevuld met vakspecifiek materiaal. Dus niet alleen algemeen Nederlands, maar ook bijvoorbeeld protocollen uit een ziekenhuis of specifieke werktaal van de locatie. Zo sluit de lesstof direct aan op de dagelijkse praktijk van de deelnemers.

Geert benadrukte dat de RAS al zo’n vijftien jaar een subsidieregeling heeft voor taal en basisvaardigheden. Jaarlijks doen honderden schoonmakers mee; als sector wordt er ongeveer twee miljoen euro per jaar in deze taalontwikkeling geïnvesteerd. De voortgang wordt meetbaar gemaakt met toetsen aan het begin, tussendoor en aan het einde van de cursus. De motivatie van deelnemers is daarbij cruciaal: als mensen er zelf niet echt achter staan, wordt het lastig om het beoogde niveau te halen en komt ook de subsidie onder druk te staan.

Taal in de dagelijkse praktijk
Een terugkerend punt was dat taal pas echt groeit als je het ook buiten het klaslokaal gebruikt. Geert noemde taal “een spier die je moet blijven trainen”. Daarom pleiten de sprekers ervoor om op de werkvloer zoveel mogelijk Nederlands te spreken, zeker in gemengde teams. Tegelijkertijd is er begrip voor het feit dat mensen zich soms juist veilig voelen in hun eigen taal. De kunst is om niemand buiten te sluiten, en toch op de werkvloer één duidelijke voertaal te hebben.
Daniëlle gaf daarbij aan dat je mensen niet hun eigen taal moet afpakken, maar dat het wel belangrijk is dat iedereen elkaar begrijpt. Als medewerkers van verschillende nationaliteiten samenwerken, hoort Nederlands de voertaal te zijn waarin je elkaar op de werkvloer aanspreekt.

Technologie: handige hulp, geen vervanger
Ook technologie kwam voorbij: vertaaloortjes, meertalige medewerkersapps en AI-tools. Een groot deel van de deelnemers ziet dat als handige ondersteuning, maar niet als vervanging van taallessen. Zo worden bij sommige schoonmaakbedrijven vertaaloortjes gebruikt voor één-op-één-gesprekken en kunnen medewerkers via een app informatie in hun eigen taal lezen als hun telefoon daarop is ingesteld.

Tegelijkertijd bleef de kernboodschap overeind: zulke hulpmiddelen nemen niet weg dat mensen zelf taal moeten blijven oefenen om zich zekerder te voelen in hun werk en in gesprekken met collega’s, klanten en leidinggevenden. Dat bleek ook uit een poll onder de kijkers: bijna iedereen vond dat technologie handig kan zijn als ondersteuning, maar geen vervanging is voor echte taallessen.

Samen investeren in taal
Aan het einde van het webinar klonk een gezamenlijke oproep: wacht niet af, maar doe iets. En dat geldt voor alle betrokkenen:

  • Werkgevers moeten het initiatief nemen om schoonmakers de kans te geven een taalcursus te volgen; dus tijd vrijmaken, het bespreekbaar maken en helpen met aanmelden.
  • Opleiders zorgen voor lesmateriaal dat aansluit bij de werkpraktijk en voor een veilige leeromgeving.
  • Schoonmakers zorgen zelf voor een gezonde portie motivatie en doorzettingsvermogen, zodat taal echt gaat leven op de werkvloer. Dus, oefenen, durven en groeien.
  • Sectororganisaties zoals RAS en VSR bieden ondersteuning via beleid, informatie en subsidieregelingen.


En Girlie? Die droomt inmiddels hardop: ze wil vloeiend Nederlands spreken en verder doorgroeien. Haar verhaal liet zien waar het in de kern om draait: taal geeft schoonmakers niet alleen grip op hun werk, maar ook op hun toekomst.

Wil je het webinar terugkijken?
Klik hier


Meer informatie over de subsidieregeling
Taal- en schrijftraject - RAS

Meer informatie over taalbuddy's
Taalbuddy's in de schoonmaak, hoe werkt dat? - RAS

Deel dit nieuwsbericht