VSR VSR
Lang French Lang English

Joseph Oubelkas inspireert schoonmaakprofessionals

‘Haal je veters uit je schoenen en doe je riem maar af.’ Tot 23 december 2004 was er geen vuiltje aan de lucht, in het leven van Joseph Oubelkas. Nederlandse moeder. Marokkaanse vader. Geboren in Raamsdonksveer.

Tot hij als jonge man in Marokko wordt opgepakt wegens vermeende betrokkenheid bij drugshandel. Oubelkas komt in de cel en zal daar – volkomen onschuldig – in vier verschillende gevangenissen nog vijf jaar blijven. Ook nadat een advocaat in Nederland vaststelt dat hij ‘nog niet eens een bekeuring verdient’ en het Ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigt dat hij onterecht is veroordeeld.
Het is VSR weer gelukt een bijzondere spreker te regelen voor de Zomerborrel, dit keer in The Green Village in Nieuwegein. Een boerderijachtige locatie omgeven door een weelderige tuin. Een oase in het volgebouwde industrieterrein. De middag is warm en zonnig en buiten klinken de glazen die worden klaargezet terwijl Oubelkas binnen zijn verhaal vertelt.

Het verhaal van Joseph Oubelkas
‘Ik was 23 en IT was booming. Ik had een eigen onderneming en een van mijn opdrachtgevers vroeg of ik enige tijd in Marokko wilde werken. Ik had een eigen auto, schudde de handen van directeuren en koppelde hierover terug naar mijn opdrachtgever. Tot ik bij een van onze klanten aankwam en overal zwaarbewapende politie en douane stond.
‘Ik zwaaide naar een douanier vroeg wat er aan de hand was. Hij nam mij mee naar een busje op het terrein. Daarin lag 8000 kilo drugs, bleek later. Zo dat is veel, zei ik nog. De douanier vroeg mijn paspoort, en later: of ik even mee ging naar het bureau om wat vragen te beantwoorden.’

10 jaar cel
‘Toen mij werd gevraagd mijn veters en riem af te doen, besefte ik dat er iets mis was. En in plaats van Kerst thuis in Nederland te vieren zat ik in de cel. De reden: in mijn paspoort stonden volgens hen 22 inreisstempels en 17 uitreisstempels. Bewijs dat ik vaker via smokkelroutes een land had verlaten.’
Het ongelofelijke gebeurt: op basis hiervan veroordeelt de rechter hem tot 10 jaar cel. ‘Bedenk u’, betrekt Oubelkas de zaal, ‘dat u hier wegloopt, dat u wordt opgewacht en meegenomen en dat u te horen krijgt: u komt niet meer thuis tot 2028. U mag geen afscheid nemen en niets meenemen. Die sprong kunnen wij in ons hoofd niet maken. En je gaat echt niet zomaar mee. Ik schopte, huilde en schreeuwde. Ik viel in een ravijn van intens verdriet en bleef maar vallen.’

Sardine-in-blik-principe
Later blijkt: in zijn paspoort staan 11 inreisstempels, en 10 uitreisstempels. Even is hij hoopvol maar dan hoort Oubelkas dat de rechter toch vindt dat hij het heeft gedaan. En dit is de – na zijn eerste veroordeling – een tweede immens grote klap. ‘Toen ik die had verwerkt, kwam een keerpunt. Ik dacht: ‘Ze kunnen mijn lichaam opsluiten maar mijn geest zal vrij zijn als een vogel.’’
In een overvolle gevangenis, met tientallen gevangenen in een cel, zoekt de jonge ondernemer een overlevingsstrategie. ‘De cel was ingedeeld volgens het sardine-in-blik-principe. De ene gevangene lag met zijn voeten bij het hoofd van de ander en dat om en om. Dan past er een maximaal aantal mensen in.’

Brieven van zijn moeder
Hij ziet geweld, er is slechts één toilet – een gat in de vloer – en twee keer per dag krijgt hij in zijn plastic bakje een kwak gele, groene of witte drab met een stuk oud brood. Tegelijkertijd vindt hij troost in brieven en kaarten. Vooral in de brieven van zijn moeder: ‘Focus’, schrijft zij. ‘Vindt een doel.’ ‘Zorg goed voor jezelf.’ ‘Ooit ben je weer bij ons.’
Oubelkas houdt zichzelf bij de les. Hij besluit de gevangenis niet te verlaten zonder zijn eigen tanden. Hij poetst iedere dag drie keer. Hij biedt hulp aan in het winkeltje, leert Marokkaans van zijn medegevangenen – want dat sprak hij niet, kan daarna Engelse les geven en mag later een stuk tuin verzorgen (waar hij met zaadjes van zijn moeder in stil protest de rood-wit-blauwe vlag van bloemen zaait). De situatie in zijn cel verandert niet.

Wie zit er op mij te wachten?
Tot Marokko hem in 2009 uitlevert aan Nederland, om de rest van zijn straf uit te zitten. Eenmaal in Nederland komt hij direct vrij. Natuurlijk is er euforie, maar na een paar maanden komt de wanhoop: wat moet ik gaan doen? Wie zit er op mij te wachten? Ook deze worsteling komt hij door. Hij schrijft een boek – 400 brieven van mijn moeder – en inspireert elke week tientallen mensen met zijn verhaal; studenten, werknemers, ondernemers en zelfs complete elftallen van grote voetbalclubs.

Houding
Hoe hij het heeft overleefd, wordt vaak gevraagd. Hij heeft maar één antwoord: houding. ‘Ik zal nooit weten hoe die jaren in vrijheid eruit zouden hebben gezien. Ik kan de buitenwereld de schuld geven maar dan verlaat ik mijn eigen kracht. De gevangenis was niet mijn wereld; ik heb het mijn wereld gemáákt. Jij bepaalt. 100 procent. Altijd.’
Tot slot laat de – inmiddels oudere – ondernemer een foto zien van toen. Lachend in de camera. ‘De enige foto van mij in de gevangenis. Mijn advocaat maakte ‘m. Ik wilde laten zien: mama, het gaat goed met mij. Ze is al die jaren blijven schrijven en ik klom in de tralies bij het raam en las haar brieven. Vandaag de dag is mijn leven nog vele malen mooier dan ik toen had kunnen dromen.’

Hoop
Het is een verhaal dat indruk maakt op de zaal. Hoe schrijnend ook, Oubelkas is vrolijk en geeft hoop. Hoop dat – wat er ook gebeurt – je als mens altijd zelf bepaalt welk effect gebeurtenissen in het leven op je hebben. En met dat gevoel gaan de aanwezigen naar het terras in de tuin van The Green Village, waar de flessen wijn koud staan. En de hapjes rondgaan.

Bron: VSR, door Inga van Uchelen - Freelance tekstschrijver/journalist

Deel dit nieuwsbericht